
Rechts mijn oma, links mijn interpretatie
Ik moet iets bekennen. Ik kan helemaal niet tekenen. Althans, niet echt. Als je op mijn site of instagram account kijkt zie je weliswaar een heleboel illustraties. En deze heb ik ook echt gemaakt hoor. Niet dat je denkt dat ik die gewoon ergens van het internet heb geplukt. Ik heb ze ook niet overgetrokken of gekopieerd. Het is heus mijn werk. Maar geef me een stuk papier en een potlood, sluit me op in een kamer zonder spullen en zonder ramen, en er zal vermoedelijk weinig moois ontstaan. Ik heb natuurlijk wel allemaal ideeën, wel 1000. Maar ik zou ze nooit op papier krijgen. Ik heb namelijk altijd iets nodig als referentie. Ik kan niet uit mijn hoofd tekenen.
Heel lang dacht ik dat ik de enige was, dat echte illustratoren dat wel konden. Dat ik dus een soort nep illustrator was. Ik noemde mezelf ook niet zo. Ik zei op mijn website letterlijk dat ik van tekenen hield. Ik hoopte dat dat voldoende was om potentiële klanten te lokken. Ik heb bovendien ook helemaal geen diploma op dat gebied. Ik heb communicatiewetenschap gestudeerd, maar dat terzijde. Had ik last van het imposter syndrom? Oftewel het ‘oplichterssyndroom’. Dat je steeds denkt dat op een dag iedereen er achter zal komen dat je eigenlijk helemaal niets kunt. Doordat ik me geen illustrator noemde, was ik in iedergeval ingedekt. Niemand zou me kunnen zeggen “nou ja zeg, dat noemt zich illustrator?!”.
Was het waar? Was ik nep? Feit was dat ik wel een heleboel tekende. Maar feit was ook dat ik niet uit mijn hoofd kon tekenen. Of althans, waarschijnlijk niet veel beter dan de gemiddelde mens die zijn geld met iets anders verdient. Nog steeds ga ik af en toe met een schetsboek zitten en probeer iets op papier te krijgen waar ik tevreden over ben. Zonder referentie materiaal. Ook vanochtend mislukte het weer en voelde ik weer even die frustratie.
Maar toen dacht ik ineens aan een blog van Sabine Wisman (sowieso een aanrader!) die ik ooit las en die mijn blik veranderde. Want ook dat is weer zo’n ding: je hoeft vaak alleen maar je zicht op de dingen te veranderen om je gevoel te veranderen.
Ze schreef letterlijk “Lang dacht ik dat ik alles uit het hoofd moest kunnen tekenen. Maar waarom eigenlijk? Wie bedacht die regel ooit? De Raad Van Tekenaars of ik?”

Rechts mijn oma, links mijn interpretatie
Nou ja zeg. Dat waren precies mijn gedachten. In dat stukje illustreerde ze letterlijk en figuurlijk dat referentiemateriaal gebruiken heel normaal is en dat er geen regels zijn. Zo fijn. Sindsdien noem ik mezelf illustrator. En als ‘ze’ erachter komen dat ik niet uit mijn hoofd kan tekenen, dan blijf ik cool en zeg ik “wie zegt dan dat dat moet?”. ?
—–
tekst en illustraties: Esther Mols. Je kunt Esther ook volgen op Instagram.