Hoe is het om voor een buitenlands illustatie-agentschap te werken? Voor ervaringsverhalen hoeven we gelukkig niet ver te zoeken. Want sinds een jaar werkt onze eigen Claudi voor het New Yorkse illustratoren agentschap Lindgren & Smit. Een goede aanleiding om haar eens flink uit te horen.
Jullie kennen Claudi’s illustraties vast wel van tijdschriften, zoals de Opzij en de Margriet of anders wel van Instagram, waar ze haar werk meerdere keren per week toont. Claudi heeft een prachtige lichte en kleurrijke stijl. Wat haar werk zo bijzonder en eigen maakt zijn de gefotografeerde elementen die ze combineert met inktlijnen en verf. Bloemen worden weelderige kapsels, een waterijsje het lijf van een pinguin en een roze wolk een prachtig zwierende rok. Voor ons normale objecten transformeren zo tot iets geheel anders. Dit maakt haar werk niet alleen een feest om naar te kijken, maar Claudi maakt je daardoor extra bewust van de bijzondere vormen in ons dagelijks leven.
Wij begrijpen daarom heel goed waarom haar werk in Amerika is opgevallen en zijn heel benieuwd naar haar ervaringen.
Kun je ons iets vertellen over de samenwerking met Lindgren & Smith en wat dit betekent voor je werk?
Lindgren & Smit is een agentschap met ongeveer 25 illustratoren. Patricia Lindgren en Piper Smith werken al meer dan 30 jaar samen. Ze hebben een enorm netwerk en een ontzettend veel ervaring. Zo kunnen ze allerlei deuren voor je openen, waarvan je niet eens wist dat ze bestonden.
Daarnaast zijn ze ontzettend goed in de communicatie. Ze communiceren kort en vriendelijk met mogelijke opdrachtgevers. Ze kunnen bijvoorbeeld op een uiterst respectvolle wijze vertellen dat het aangeboden bedrag ‘niet voldoet aan de verwachtingen’. Ik heb een paar mailtjes van ze bewaard vanwege die duidelijke, positieve formulering.
Mijn agent neemt mij heel veel papierwerk uit handen. Jij tekent, zij mailen :-). En weet je wat ik ook zo leuk vind: voor iedere opdracht krijg ik een ‘jobsheet’. Daar staat alle relevante informatie over de illustratie bij elkaar. Als ik een jobsheet via Patricia binnenkrijg staat er een tekening van een worm met een hoed op, bij Piper een lachende ezel.
Ik hoor ook wel eens hele andere verhalen over het werken met een agent. Dat bijvoorbeeld al het werk naar die ene ontzettend bekende illustrator gaat of dat je onbetaald aan pitches mee moet doen.
Van verschillende artdirectors en illustratoren heb ik gehoord dat het voor redactioneel werk niet nodig is om je bij een agentschap aan te sluiten. Voor mij geldt dat niet. Ik vind dat ik voldoende en gevarieerd werk krijg via het agentschap.
Hoe is het zo gekomen dat je voor Lindgren & Smit bent gaan werken?
Ik ontving een kort vrolijk mailtje van Patricia Lindgren met de vraag of ik wilde overwegen om me bij hun aan te sluiten. Ze stelde voor dat ik hun website en de andere illustratoren zou bekijken en dat ze dan een week later zou bellen.
Die vrijheid en rust waardeerde ik. Omdat ik veel voor tijdschriften werk, zit ik vaak in een ‘haast-modus’. Natuurlijk heb ik wel gelijk na het lezen van deze mail hun website bekeken. Ik zag dat het een relatief klein agentschap is wat mij een fijne samenstelling leek. De illustratoren maken allemaal heel verschillend werk. Er zijn ook illustratoren bij die ik enorm bewonder, zoals Martin Haake of Cannaday Chapman.
Patricia lindgren vertelde me tijdens het telefoon gesprek over hun bureau, haar liefde voor illustratie (haar vader was illustrator), wonen en werken in New York. Sinds maart 2018 ben ik ingeschreven bij Lindgren & Smith en in april aangekondigd als nieuwe illustrator.
Wat voor soort opdrachten doe je voor heb?
De eerste opdracht die ik mocht doen was de cover van het uitgaansblad in Aspen. Deze opdrachtgever wist precies wat ze wilde dus er was niet veel creatieve vrijheid, maar dat vond ik op dat moment zelf wel veilig. Nu komen de opdrachten regelmatig binnen. Ik maak bijvoorbeeld maandelijks een illustratie voor ‘Experience Life’. Voedselrecensent Dara Moskowitz schrijft daarin boeiende stukken over de eetcultuur. Zo heb ik een illustratie gemaakt voor een artikel over exotische diersoorten die soms een ware plaag worden omdat ze bijvoorbeeld geen natuurlijke vijanden hebben. De adembenemend mooie duivelsvis dreigt bijvoorbeeld de Caribische Zee leeg te vreten. Een mogelijke oplossing daarvoor zou kunnen zijn om te zorgen dat de duivelsvis een delicatesse wordt.
De maand daarna kon ik dankzij Dara in ‘de wereld van de zaden’ duiken. Of beter gezegd: in het goed bewaren van oorspronkelijke zaden. Voor veel inheemse volken en tradities is het namelijk belangrijk om het goede gewas (zoals mais) in de juiste omstandigheden te laten groeien.
Maar de Amerikaanse tijdschriftenmarkt biedt meer verrassingen. Zo mag ik nu al voor de tweede keer een illustratie maken voor het blad ‘Angels on Earth’. Een tijdschrift over engelen!
Werkte je daarvoor voor een Nederlands agentschap? Wat vind jij de voor- en nadelen van het werken voor een Amerikaans agentschap?
Ik heb nooit voor een Nederlands agentschap gewerkt, dus ik kan helaas niks over de verschillen vertellen. De voordelen die ik tot nu toe ervaar zijn de aanzienlijk hogere budgetten voor illustraties. Ook lijkt er echt geen discussie te bestaan over hergebruik van de illustratie. Dertig dagen na publicatie mag je met de illustratie doen wat jij wilt. Sterker nog, een tijdschrift heeft ooit een bestaande illustratie van mij geplaatst en hiervoor een vergoeding betaald. In hun ‘artists colofon’ hebben ze vervolgens de link naar mijn webshop gegeven waar prints met deze illustratie te koop zijn.
Wat ik ook heel prettig vind, is dat de mailtjes zo positief zijn: ‘Bedankt dat je met ons samen wil werken’.
Een nadeel is dat het lijkt of Amerikanen nooit vakantie hebben en ik altijd. Dat is soms wat onhandig bij het maken van afspraken over de inleverdatum. En ik krijg, vanwege het tijdverschil, vaak laat in de avond een nieuwe opdracht binnen. Soms moet je snel reageren, anders zoeken ze iemand anders.
Verschilt de Amerikaanse markt en het type opdrachten veel van de Nederlandse?
Nee, niet echt. Ik zie wel vaak bij succesvolle Amerikaanse illustratoren dat tekenvaardigheid belangrijk is. Mijn illustraties zijn ook behoorlijk sober in vergelijking met dat van veel Amerikaanse illustratoren. Maar ik heb nog maar net een tipje van de enorme Amerikaanse illustratiemarkt ontdekt, dus misschien klopt het helemaal niet wat ik zeg.
Voor buitenlandse agentschappen moet je vaak een bepaald jaarbedrag betalen. Waarvoor gebruiken agentschappen dit bedrag en kun je dit met je werk makkelijk terugverdienen?
Iedere illustrator bij Lindgren & Smit betaalt jaarlijks een vast bedrag voor promotie, de website en dergelijke. Daar moest ik wel even over nadenken want in Nederland waren de vergoedingen voor een redactionele illustratie inmiddels schrikbarend laag geworden. Over de investering heb ik mij achteraf geen zorgen hoeven te maken. Amerikaanse opdrachtgevers betalen heel goed. Gemiddeld 3 tot 4 keer zo veel als mijn Nederlandse opdrachtgevers.
De afspraak is dat alle opdrachten uit de Verenigde Staten via Lindgren & Smit gaan, ook als de opdrachtgever eerst mij benaderd. Verder vragen ze een hele gangbare commissie per afgeleverde illustratie.
Tijdens een masterclass illustratie in Wenen, heb ik een Amerikaanse artdirector ontmoet waarvoor ik af en toe heel gaaf werk mag doen. Ik stuur haar aanvragen ook door naar Lindgren and Smith, zij handelen factureringen af en ik sta over deze opdrachten minder commissie af omdat ze het zo goed vinden dat ik mee had gedaan aan die masterclass.
Als je als illustrator voor een agentschap wilt werken, hoe kun je dat dan het beste aanpakken?
Deze vraag heb ik gesteld aan Patricia. Ze vertelt dat het belangrijk is om als eerste te zoeken naar een agentschap wat goed past bij je stijl. Als je er een paar hebt gevonden, kijk dan goed naar hun ‘submission requirements’. Zelf vindt ze het meest prettig een e-mail te ontvangen waaruit duidelijk blijkt dat de illustrator weet wie ze is en dat de e-mail naast links naar de website en sociale media ook een goed voorbeeld van het werk bevat. Ze krijgt namelijk wel vijf of meer verzoeken per dag, dus het is heel vervelend om op een link te klikken zonder vooraf te weten of het werk ze aanspreekt. Ze vinden het zelf erg belangrijk om iedere e-mail te beantwoorden, maar groep-e-mails verzonden aan meerdere agentschappen beantwoorden ze niet.
De meeste illustrators waarmee ze werken zijn aangedragen door mensen die ze kennen, maar ze houden altijd hun ogen open voor fris nieuw talent.
Tot slot: Wat is je favoriete gum?
Ik heb niet echt één favoriete gum: sterker nog ik heb een soort kijkkast met een hele verzameling. Maar de blauw – roze gum is mijn favoriet. Niet om mee te gummen hoor: vreselijk ding. Maar ik geloofde vroeger echt dat het blauwe gedeelte inkt kon uit gummen … en ik vind het nog steeds zo’n beloftevol ding. De gele is mijn favoriete gebruiksgum: heel zacht. Bijna een kleedgum. Die doen het misschien nog beter en preciezer maar ik vind ze een beetje vies. Er staat ook een gummetje dat van mijn dochter is geweest op de foto: het koekje. Deze gummetjes verzamel ik niet hoor maar ik heb er een paar geadopteerd. Alle gummen uit mijn verzameling gebruik ik trouwens gewoon en mijn kinderen ook zie ik wel eens.
Foto’s en illustraties: Claudi Kessels, printscreen van website Lindgren & Smit
Shop the story
NOG MEER CLAUDI
Claudi’s favoriete illustrators
Armando Veve
Chris Buzelli
Stacey Thomas
Andrea d’Aquino
Kaatje Vermeire