Vier weken geleden hoorde onze columnist Esther Mols dat zij heel erg ziek is. Dit artikel schreef ze toen ze nog met heel andere dingen worstelde dan met ziek zijn. Dat zet alles ineens in een ander licht. Bloemen met een verhaal: de kracht van creativiteit.
Voor wie illustreer je?
Ik ben een kind van de jaren 70, ik ben 49. Dit jaar word ik 50. Daar heb ik behoorlijk veel moeite mee. Ik zou willen dat ik heel cool kon zeggen dat het me niets uitmaakt, maar dat is niet zo. Ik vind het niet bij me passen. Ik voel me jonger. Begin 40 vind ik leuk. Ik heb mijn dochter, die ik kreeg op mijn 41e, heel lang wijsgemaakt dat ik 42 was. Dat geloofde ze best lang.
„Finding your style?” – vooral doorgaan.
Een eigen stijl, is dat echt nodig? En hoe werkt dat dan, hoe krijg je die? Gaat dat vanzelf? Deze vragen kom ik heel vaak tegen in podcasts, blogs en discussiegroepen van illustratoren. Ik heb me er, toen ik net begon te tekenen, nooit zo mee bezig gehouden. Ik deed het voor de lol en was al lang blij als het ergens op leek. Tot het moment dat ik er serieus werk van wilde gaan maken. Ik verdiende al jaren mijn geld als freelance grafisch- en webontwerper. Vooral aan websites was geen eer meer te behalen. Dat waren inmiddels allemaal templates geworden die je voor een paar dollar kon kopen en die ik dan een beetje aanpaste. Dat wilde ik niet meer doen. Wat nou als ik geld zou kunnen verdienen met tekenen? Een droom. Portfolio check Vanaf dat moment ging ik eens wat kritischer naar mijn portfolio kijken. Tot dan toe had ik elk pennestreekje op mijn website gezet. Vooral mijn moeder vond alles even leuk. Maar betaald werk kreeg ik er niet mee. Nu begrijp ik ook waarom. Het was een rommeltje. Een ratjetoe van verschillende stijlen, mediums en onderwerpen. Er zat geen enkele samenhang in. Behalve dan dat ik het gemaakt had. De meningen zijn soms nogal verdeeld over het feit of je überhaupt een eigen stijl nodig hebt. Ik denk persoonlijk van wel, als je er tenminste geld mee wil verdienen. Zodra je illustratie opdrachten wil binnenhalen met je portfolio, is het goed als je een eenduidige en herkenbare uitstraling hebt. Een art-director weet dan wat hij / zij kan verwachten en je kunt je onderscheiden van je collega’s. Een eigen gezicht Ik wilde het serieus aanpakken. Ik begon met een flinke grote schoonmaak op mijn website en deed heel veel weg. Ik zorgde er voor… Lees verder
Plek voor iedereen – There is room for everyone
Ik woon in Duitsland, in Kleve, net over de grens bij mijn geboortestad Nijmegen. Op elke straathoek vind je hier een apotheek. Op elke volgende hoek een bakker vol met broodjes en taartjes. Ook zijn er extreem veel supermarkten. Heel vaak denk ik, hoe kunnen al die winkels bestaan? Maar het kan, want anders zouden ze er niet zijn. Toch? En zo is het ook met ons werk. Door het wereldwijde web lijkt het soms wel of de wereld heel klein is geworden en alsof de halve mensheid illustrator is. Maar dat is in beide gevallen natuurlijk helemaal niet zo. Als je zwanger bent zie je ook overal zwangere vrouwen en als je een baby hebt, zie je overal kinderwagens. Ik zie inmiddels zelden nog zwangere vrouwen of babies, terwijl ze er waarschijnlijk nog in precies dezelfde mate zijn. Maar ik let er niet meer op omdat ik in een hele andere fase ben. Maar dat terzijde. Ik schreef een tijd terug een column over dat je meestal zelf niet zo onder de indruk bent van wat je zelf kunt. Een ander ding waar waarschijnlijk elke illustrator, of misschien wel iedereen die een creatief beroep heeft, tegenaan loopt is het idee dat er zoveel mensen zijn die beter zijn dan jij. Zeker als je je geld wil verdienen met bijvoorbeeld illustraties is het soms moeilijk om gemotiveerd te blijven. Want wie wil nou mijn dingen kopen als er zoveel meer moois en beters te koop is? Ik ben fan van Lilla Rogers, zij is agent en biedt online cursussen aan. Ze roept altijd “there is room for everybody”. Toen ik dat voor het eerst hoorde deed me dat zo goed. Een keer een positief geluid! En ze kan het weten, ze houdt tenslotte een hele groep illustratoren aan het werk.… Lees verder
Uit mijn hoofd
Ik moet iets bekennen. Ik kan helemaal niet tekenen. Althans, niet echt. Als je op mijn site of instagram account kijkt zie je weliswaar een heleboel illustraties. En deze heb ik ook echt gemaakt hoor. Niet dat je denkt dat ik die gewoon ergens van het internet heb geplukt. Ik heb ze ook niet overgetrokken of gekopieerd. Het is heus mijn werk. Maar geef me een stuk papier en een potlood, sluit me op in een kamer zonder spullen en zonder ramen, en er zal vermoedelijk weinig moois ontstaan. Ik heb natuurlijk wel allemaal ideeën, wel 1000. Maar ik zou ze nooit op papier krijgen. Ik heb namelijk altijd iets nodig als referentie. Ik kan niet uit mijn hoofd tekenen. Heel lang dacht ik dat ik de enige was, dat echte illustratoren dat wel konden. Dat ik dus een soort nep illustrator was. Ik noemde mezelf ook niet zo. Ik zei op mijn website letterlijk dat ik van tekenen hield. Ik hoopte dat dat voldoende was om potentiële klanten te lokken. Ik heb bovendien ook helemaal geen diploma op dat gebied. Ik heb communicatiewetenschap gestudeerd, maar dat terzijde. Had ik last van het imposter syndrom? Oftewel het ‘oplichterssyndroom’. Dat je steeds denkt dat op een dag iedereen er achter zal komen dat je eigenlijk helemaal niets kunt. Doordat ik me geen illustrator noemde, was ik in iedergeval ingedekt. Niemand zou me kunnen zeggen “nou ja zeg, dat noemt zich illustrator?!”. Was het waar? Was ik nep? Feit was dat ik wel een heleboel tekende. Maar feit was ook dat ik niet uit mijn hoofd kon tekenen. Of althans, waarschijnlijk niet veel beter dan de gemiddelde mens die zijn geld met iets anders verdient. Nog steeds ga ik af en toe met een schetsboek zitten en probeer iets op papier te… Lees verder
Esther Mols: ‘procrastination’ een mooi woord, maar ik heb er wel last van.
Eén van mijn favoriete engelse woorden is ‘procrastination’. Ik vind het zo mooi klinken, al struikel ik meestal over de tweede r. Het betekent uitstelgedrag. Lang niet zo poetisch, maar ik ken het maar al te goed. Mijn hele school en studie carrière had ik er last van. Ik begon altijd pas met leren als ik echt niets anders meer kon verzinnen. Maar ook vandaag de dag gaat het helaas niet echt anders. Het is zondagochtend en ben vast van plan om iets geweldigs moois te gaan maken. Ik weet nog niet precies wat, maar de inspiratie komt vanzelf als ik eenmaal aan de slag ga. Iedereen in huis slaapt nog en ik heb het rijk alleen voor een paar uurtjes. Ik leg alles klaar. Maak koffie. Zet fijne muziek op. Doe nog even een wasje in de machine. Ruim gelijk even de afwasmachine uit. Ga naar Pinterest voor wat inspiratie. Kom via een link terecht op het Instagram profiel van een hele coole illustrator die ik helemaal niet kende. Ga naar haar website en zie dat ze ook een blog heeft. Ik lees wat stukjes. Echt interessant. Ik ontdek dat ze een paar prachtige boeken heeft geïllustreerd. Ik doe de boeken in het winkelmandje van de webshop van mijn favoriete lokale boekhandel. Zie dat de mensen die dezelfde boeken kochten, ook interesse hadden in andere toffe boeken. Ik bekijk die boeken gelijk maar even nu ik toch hier ben. Ze zijn inderdaad echt de moeite waard. Ik doe ze ook in mijn mandje. Ik klik op het winkelmandje om te betalen en zie tot mijn schrik dat ik €183,50 moet afrekenen. Dan delete ik alles en klik de website weg. Ik bedenk me dat ik wel echt wat nieuwe fineliners nodig heb. En nieuwe schetsboeken. Ik ga nog snel… Lees verder
Een lesje social Media
Social media goeroes op het gebied van Instagram zijn heel duidelijk: om je aantal followers te laten groeien moet je geregeld “hoog kwalitatieve en originele content” plaatsen. Op de juiste tijdstippen natuurlijk. Dat is wanneer je doelgroep online is. Logisch toch? En ook belangrijk: gebruik goede hashtags. Tussen de 10 en 20, daar zijn de experts het niet helemaal over eens. Tot zover een lesje Instagram. Al kan ik zo nog wel even doorgaan. Voor ik er erg in had, had het algoritme – een woord dat me heel erg aan wiskunde doet denken en ineens overal opduikt – me in zijn greep. Instagrammable Hoe vaak ik wel niet gegoogled heb “wat is het beste tijdstip om op Instagram te posten?” Dinsdagochtend en donderdag rond lunchtijd kwam daaruit. Ok. Dat probeer ik dan maar. Ik ging heel obsessief kijken hoeveel likes ik kreeg omdat ik ergens had gelezen dat als je in de eerste 10 minuten na plaatsing veel likes en comments hebt, Instagram jouw post als belangrijk beschouwt. En dat wil ik natuurlijk. Dan kom je in de “best nine” van de gebruikte hashtags, de bovenste 9 plaatjes, waardoor je langer zichtbaar blijft. Wat weer meer likes oplevert. enzovoort enzovoort. Ik merkte dat ik nerveus werd als ik 3 dagen niets gepost had en tenslotte ging ik dingen maken voor Instagram. Niet voor mezelf. Niet voor anderen. Maar voor „het algoritme”. Want als je langere tijd niet post, “slaapt” je account in. Ook dat had ik ergens gelezen. Vermoedelijk op de site van zo’n zelfverkozen Instagram weetal, waar je na achterlating van je mailadres nog een e-book met extra tips kunt downloaden. Ik heb inmiddels een hele verzameling van zulke e-books in een folder genaamd “To-lezen” (een variatie op To-do). Waar ik nog niet aan toegekomen ben overigens. les… Lees verder
Aangeboren talent of hard werken?
Kennen jullie de ‘10.000-uur-regel’? Deze regel komt uit een onderzoek van de Zweedse psycholoog Anders Ericsson en komt er op neer dat als je iets maar vaak genoeg doet, als je maar lang genoeg oefent, dat je er vanzelf goed in wordt. Hij gelooft niet in talent. Inmiddels is deze regel alweer onderuit gehaald door andere wetenschappers maar ik denk dat er toch wel iets voor te zeggen is. Als je leuk tekent of iets anders doet wat niet iedereen kan, krijg je wel eens te horen dat je een talent heb. Natuurlijk is dat aardig, maar ik vind het altijd een wat gekke uitspraak. Het voelt een beetje alsof je geluk hebt, alsof het je is komen aanwaaien. Nu is dat meestal niet het geval en kunnen mensen iets goed omdat ze er een heleboel tijd in gestopt hebben. Veel bloed, zweet en tranen. Alleen zie je daar meestal niets van omdat we dat niet zo graag tonen. Dat delen we niet op social media. Enkel het eindresultaat. Over Picasso, geld en tekenuren Er gaat een mooi verhaal over Picasso, er bestaan verschillende variaties, maar het komt hier op neer: Op een dag was Pablo Picasso in het park aan het schetsen toen er een vrouw naar hem toekwam. Ze stond erop dat hij haar portret zou schilderen. Picasso ging akkoord en nadat hij haar een tijdje bestudeerd had, maakte hij met een enkele potloodstreep een portret van haar. Hij gaf haar het kunstwerk en de dame zei: “Helemaal perfect! U hebt het voor elkaar gekregen om mij in een enkele lijn vast te leggen. Dank u wel. Hoeveel krijgt u van me?”. “10.000 dollar” antwoorde Picasso. „Wat?” zei de dame „Hoe kunt u zoveel geld vragen voor een tekening die u in een paar seconden heeft gemaakt!?” Picasso… Lees verder
Esther Mols luisterde naar Andy en zag de dingen anders
We zaten afgelopen zomer samen in de klas: Esther Mols en ik (Claudi). Een online klas van Lilla Rogers. Ik heb die zomer behoorlijk gespijbeld. Want net toen die interessante MATS – Make Art That Sells – cursus van Lilla Rogers begon, ging ik met la familia naar Italia. Op dat Italiaanse terras keek ik wel af en toe naar de MATS privé facebookgroep. Deze facebookgroep functioneert een beetje zoals een klaslokaal. En wie mij meteen opviel in onze klas was Esther. Ik vind Esther’s werk heel krachtig, origineel en intelligent. Haar website en instagram account staan vol met prachtige voorbeelden: neem maar eens een kijkje. Esther is ook een fijne klasgenoot want ze geeft met veel positieve energie advies of stelt goede vragen. Toch heeft Esther ook soms twijfels over haar werk. Of weet ze niet mer zeker of het een goede keuze was om voor het illustreren te kiezen. Tijdens het tekenen kreeg ze goede raad: Vroeger had je wijsheden en die stonden op een tegeltje dat bij oma in de gang hing. Tegenwoordig heb je quotes, voor jong en oud. Overal lees ik zoveel voel-je-goed teksten als “do what makes you happy” en “live, love & laugh” dat ik er een beetje treurig van word. Want ik doe wat mij happy maakt: illustreren. Maar soms is het niet zo eenvoudig als die blije quotes me willen doen geloven. Er zijn dagen dat ik werk van collega’s zie en me alleen maar kan afvragen of ik wel door moet gaan met illustreren. Of mijn stijl wel herkenbaar genoeg is. Leuk genoeg, of goed genoeg. Dan zie ik, dat mijn collega’s de meest prachtige dingen maken en daar ook nog eens heel veel ‘likes’ voor krijgen. Dat ze bovendien veel meer followers hebben dan ik. Het valt niet mee om werk op te… Lees verder